Klimaat voor Turkse investeerders verbeteren door dialoog

Ethem Emre’s dialoogcontacten over de oplossing van sociale problemen gaan door

Tijdens een bijeenkomst van de Netherlands Turkish Trade Foundation, georganiseerd door voorzitter Ethem Emre, werden diverse onderwerpen besproken, waaronder het aantrekken van Turkse en buitenlandse investeringen. Hierbij kwamen ook uitdagingen aan bod, zoals de visumprocedure voor investeerders en de bereidheid van banken om rekeningen voor hen te openen.

Aanwezig waren Veysel Parlak, de handelsattaché van het Turkse consulaat-generaal in Rotterdam, voorzitter van het Turkse en Arabische Wereldonderzoekscentrum Mehmet Tütüncü, de Turkse advocate Esin Çiftçi, NTTF Turkije coördinator Turkije Leyla de Mos,  De CEO van Gentle Incasso Nuri Şekercan en bedrijfsadviseur Metin Yazarel.

Ethem Emre, die zich inzet voor het opbouwen van sterke banden tussen Nederland en Turkije, is vastbesloten om een positieve bijdrage te leveren aan de samenleving. Hij streeft naar een toekomst waarin de volgende generatie de kans krijgt om te excelleren en waar de rechten van iedereen worden gewaarborgd. Emre is ervan overtuigd dat dialoog de sleutel is tot het oplossen van problemen en werkt actief aan het creëren van eenheid en solidariteit.

Ethem Emre benadrukte het belang van dialoog: “De oplossing voor onze problemen ligt in wederzijds overleg.”

Om aan te tonen dat niet alles draait om materieel gewin, noemde Ethem Emre, voorzitter van de Netherlands Turkish Trade Foundation, zijn eigen ervaringen met bureaucratische obstakels. Zijn betrokkenheid bij deze kwestie en zijn proactieve houding tijdens de vergadering onderstreepten zijn inzet om oplossingen te vinden.

Emre, die al jarenlang actief is op het gebied van maatschappelijke vraagstukken, is gewend om met zijn gesprekspartners op zoek te gaan naar oplossingen. Hij pleit voortdurend voor dialoog en samenwerking om problemen aan te pakken.

Diverse problemen, met name die in de Nederlandse bankensector, zijn door Emre onder de aandacht van het ministerie gebracht, samen met concrete voorstellen. Hij benadrukte dat het onaanvaardbaar is om Turkse bedrijven, belangrijke handelspartners van Nederland, tegen te werken. Het is van cruciaal belang dat deze problemen snel worden opgelost.

Emre wees erop dat het onrechtvaardig is om een hele groep te straffen vanwege de fouten van enkelen. Honderden mensen worden benadeeld door deze situatie.

Emre is ervan overtuigd dat dergelijke problemen alleen opgelost kunnen worden door middel van dialoog. Hij verwacht dat de minister concrete stappen zal ondernemen om de situatie te verbeteren en dat dit soort bijeenkomsten vaker zullen plaatsvinden.

Emre pleitte voor een intensievere en structurelere dialoog tussen de Turkse gemeenschap en Nederlandse overheidsinstanties. “We moeten onze problemen en suggesties op alle mogelijke platforms delen,” aldus Emre. “Dit is een belangrijke taak voor gemeenschapsleiders en ngo’s. De huidige situatie is deels het gevolg van een gebrek aan dialoog. We moeten actief bijdragen aan de samenleving waarin we leven.”

Waasdorp, een vertegenwoordiger van het ministerie, luisterde aandachtig naar alle sprekers en erkende de complexiteit van de problemen. Hij gaf aan dat met deze vergadering een belangrijke stap is gezet in de richting van een oplossing.

Veysel Parlak, handelsattaché bij het Turkse consulaat-generaal in Rotterdam, merkte op dat de weigering om rekeningen te openen voor Turkse bedrijven in strijd is met bestaande afspraken.

Ethem Tokgözlü, de Nederlandse vertegenwoordiger van het Turkse presidentiële investeringsbureau, benadrukte dat de handelsbelemmeringen die Nederland oplegt, niet te rijmen zijn met een open economie.

Waaldorp bedankte alle deelnemers voor hun inbreng en beloofde de kwestie zorgvuldig te bestuderen.

Ethem Emre overhandigde aan de regeringsfunctionaris een boek van de gerenommeerde journalist İlhan Karaçay, waarin de relaties tussen Turkije en Nederland worden samengevat. Hij stelde voor om volgend jaar, ter gelegenheid van de verjaardag van deze betrekkingen, een uitgebreide studie te verrichten.

De vergadering werd afgesloten met de presentatie van een rapport getiteld ‘Crises en mogelijke oplossingen’. Hieronder vindt u een samenvatting van dit rapport.

Geachte betrokkenen en autoriteiten,

Een open economie is een model dat door veel landen wordt omarmd, omdat het internationale handel bevordert, kapitaalstromen stimuleert en samenwerking tussen landen aanmoedigt. Een fundamenteel principe van dit model is dat buitenlandse investeerders vrij toegang hebben tot de binnenlandse markt. Het is dan ook tegenstrijdig wanneer een land dat een open economie nastreeft, buitenlandse investeerders belet om bankrekeningen te openen. Dit heeft de volgende negatieve gevolgen:

1- Beperking van economische groei:

De manier voor buitenlandse investeerders om bij te dragen aan de nationale economie is toegang tot financiële instrumenten en diensten waarin ze kunnen investeren. De preventie van het open van rekeningen bij banken vormt een belemmering die ze tegenkomen in de eerste fase van dit proces.

Het feit dat beleggers geen bankrekeningen hebben waar ze hun investeringen kunnen onderbrengen kan leiden tot vertraging in processen zoals het opzetten van een bedrijf, het creëren van werkgelegenheid en het uitvoeren van commerciële activiteiten. Dit beperkt het groeipotentieel van de nationale economie.

2- Verminderd internationaal concurrentievermogen:

De wereldeconomie is gebaseerd op het vermogen van landen om investeringen aan te trekken. Het beperken van de opening van rekeningen van buitenlandse investeerders brengt het risico om ze naar andere landen te leiden. Vooral in een tijd waarin veel landen aantrekkelijke prikkels bieden om internationale investeerders aan te trekken, verzwakt een dergelijke beperking haar concurrentievermogen.

Hoewel concurrerende landen meer gemak bieden aan beleggers, opent een land dat een open economie heeft aangenomen, de deur naar de belegger met een marktaandeel op de lange termijn.

3- Verzwakking van financiële relaties

Buitenlandse investeerders brengen niet alleen direct kapitaal, maar brengen ook financiële informatie, technologie en nieuwe bedrijfsmodellen naar het land. Deze diversiteit draagt ​​bij aan de ontwikkeling van het financiële systeem in het land en moedigt innovatie aan.

Beleggers die geen rekening bij banken kunnen openen, kunnen niet profiteren van de voordelen van het financiële systeem, dus de financiële relaties verzwakken. Het feit dat beleggers geen basistransacties kunnen uitvoeren, zoals het overmaken van hun geld en samenwerken met lokale partners veroorzaakt belemmering van financiële netwerken.

4- Aantasting van vertrouwen en reputatie:

Internationale beleggers verwachten dat de landen waarin ze zullen investeren een betrouwbaar en stabiel financieel systeem hebben. Het ontbreken van de mogelijkheid om een ​​rekening te openen bij banken kan een perceptie van onzekerheid op het financiële systeem van het land creëren en vertrouwen is beschadigd.

Deze situatie heeft een negatieve invloed op het beleggingsklimaat van het land en kan beleggers ertoe aanzetten om ook op de lange termijn niet terug te keren. Het gebrek aan vertrouwen verzwakt ook de economische reputatie van het land en maakt het moeilijk om het als een betrouwbare beleggingsbestemming in de internationale arena te beschouwen.

 5- Beperking van innovatie en technologische ontwikkeling:

Buitenlands kapitaal is niet alleen belangrijk voor financiële middelen, maar ook voor informatie en technologieoverdracht. Wanneer het land zijn deuren sluit naar nieuwe technologieën en bedrijfsprocessen van buiten dan wordt de innovatiecyclus onderbroken.

Het gebrek aan rekeningen van buitenlandse investeerders op banken maakt het moeilijk om bedrijfsprocessen van innovatieve sectoren en technologiebedrijven uit te voeren. Op de lange termijn kan dit leiden tot het achterlopen van het land op het gebied van digitale transformatie en innovatie.

6- Afname van externe kapitaalstromen:

Beleggers kunnen directe investeringen vermijden wanneer ze denken dat ze hun financiële transacties niet kunnen uitvoeren zonder problemen in het land. Beperking van toegang tot bankdiensten maakt de kapitaalstroom moeilijk voor het land en vermindert de interesse in  investering.

Een land dat het open economische model met deze tegenstrijdige houding heeft aangenomen, kan een negatieve invloed hebben op het saldo van de deviezen en het krimpen van de economie veroorzaken.

Conclusie: Het open economische model veronderstelt dat investeerders gemakkelijk zaken kunnen doen in een land. Door buitenlandse investeerders te beletten bankrekeningen te openen, ondermijnt een land zijn eigen economische model. Het opheffen van deze beperkingen is essentieel om het investeringsklimaat te verbeteren en de internationale concurrentiepositie te versterken.

Veysel Parlak, handelsattaché bij het Turkse consulaat-generaal in Rotterdam, merkte op dat het weigeren van Turkse bedrijven om bankrekeningen te openen in strijd is met de relevante bepalingen in de douaneverdragsovereenkomst.
Ethem Tokgözlü, de Nederlandse vertegenwoordiger van het Turkse presidentiële investeringskantoor, deelde uit eigen ervaring voorbeelden van de handelsbelemmeringen die Nederland oplegt aan investeerders in een open economie. Hij benadrukte dat het onmogelijk is om deze belemmeringen te rechtvaardigen.
Mehmet Tütüncü, voorzitter van het Turkse en Arabische Wereldonderzoekscentrum, droeg tijdens de vergadering één van zijn werken over aan Waasdorp, waarbij hij zijn inzichten deelde. Dit gebaar onderstreepte het belang dat hij hecht aan deze kwestie.